Feyenoord behoort dit jaar niet tot de toppers van de Eredivisie. Een van de redenen is dat de ploeg moeizaam scoort en weinig kansen creëert. Angelos Charisteas en Pierre van Hooijdonk illustreren dit probleem, want de spitsen zijn allerminst productief.
Coach Erwin Koeman liet vorige donderdag na het 0-0 gelijkspel tegen Blackburn Rovers duidelijk merken niet tevreden te zijn met het optreden van Charisteas. Ja, de Griek had redelijk gespeeld. Maar, zo benadrukte Koeman, zijn spits had wéér niet gescoord. En dat is toch de reden waarom Feyenoord de international had overgenomen van aartsrivaal Ajax.
In alle competities samen (Eredivisie, KNVB-beker en UEFA Cup) maakte Charisteas in totaal slechts één doelpunt in twaalf wedstrijden. Dat deed hij tegen Roda JC na een blunder van Jan-Paul Saeijs. Voor die ene treffer had hij 903 minuten nodig.
Ook de man die hem dit seizoen lang verving, Van Hooijdonk, overtuigt niet. Uitgezonderd een intikkertje tegen NAC Breda wist de topscorer van weleer het doel evenmin te vinden. Charisteas en Van Hooijdonk zijn twee van de minst productieve Feyenoorders. Van de twaalf spelers die dit seizoen scoorden, is er slechts één die gemiddeld meer minuten nodig had om een goal te maken: Serginho Greene.
Mocht Koeman zoeken naar twee aanvallers die vlotter scoren, dan zou hij aan Stein Huysegems en Ali Boussaboun moeten denken. Zij presteren met gemiddeldes van respectievelijk 235 en 247 minuten per doelpunt heel wat beter. Maar hun moyenne valt nog in het niet bij dat van de man die afgelopen zomer vertrok naar Liverpool: Dirk Kuijt. Vorig seizoen had hij gemiddeld 137 minuten nodig om Het Legioen te laten juichen.